Frans van Valderen : Hans Boselie, Drunen
('s-Hertogenbosch 1888 - 1979), schilder, tekenaar, antiquair; op en top Bosschenaar, zoon van een bakker, die in zijn beroep ook van enig artistiek talent blijk gaf. Na een baantje bij boekhandel Mosmans ging hij een opleiding volgen aan de School voor Nuttige en Beeldende Kunsten en sleepte o.l.v. o.a. Dorus Hermsen menige prijs in de wacht voor schilderen, tekenen, ornamentenleer etc. Hij werd een der toonaangevende figuren in het Bossche artistieke leven; naast schilderen en tekenen ontwierp hij vaandels, wapens en schalen en was de centrale figuur bij vele Bossche revues, waarvoor hij de teksten schreef, kostuums ontwierp, decors schilderde en de regie voerde. Veel introducties en opdrachten kreeg hij door bemiddeling van Herman Moerkerk. Hij was ook de centrale figuur achter de „Plechtige Omgang”; schreef in de Sint Jansklokken een serie artikelen over Den Bosch en publiceerde gedichten. Bij het 750-jarig bestaan van 's-Hertogenbosch was het alom gezongen feestlied „Haal de vlaggen van de zolder” van zijn hand; door Alphons Mosmans op muziek gezet. Van Valderen was meer dan 30 jaar vaste rondleider voor groepen in de Kathedrale Basiliek van St. Jan. bron: Brabants Dagblad, 5 juni 1968 | 215 |
Op 1 juni 1938 werd Frans van Valderen benoemd tot de officiële gids van de Sint-Janskathedraal. Dat gebeurde door plebaan Brekelmans, op voordracht van burgemeester Van Lanschot. Van Valderen (geboren in Den Bosch op 6 juni 1888) tekende en schilderde en had in 1935 bij het 750-jarig bestaan van 's-Hertogenbosch het bekende lied 'Haal de vlaggen van de zolder' geschreven. Drie jaar later opende hij aan de Parade, in het gedeelte dat toen Weesstraat heette, een kunst- en antiekhandel. Een toppunt van zakelijkheid was Frans van Valderen echter niet. Zijn vrouw zei over hem: „Het is 'nne goeie mens, maar ge kunt zo kwaad op 'm worden omdat ie zo onzakelijk is. Als ik boodschappen ga doen zeg ik altijd: blijf overal af en verkoop alsjeblief niks.” De echte liefde van Frans van Valderen lag dus niet in de kunsthandel, maar aan de andere zijde van de Parade: de Sint Jan. In het begin van deze eeuw bezochten velen de Sint-Jan. In 1927 was burgemeester Van Lanschot de grote stimulator van de stad. Hij nodigde 'heel Nederland' uit om 's-Hertogenbosch te komen bezoeken. Hij leidde hen persoonlijk rond. Dat kon hij vanzelfsprekend niet blijven doen. Daarom waren er genoeg Bossche jongens die de niet Bosschenaren - tegen betaling van een dubbeltje - alles over de erteman wilden vertellen. Van Lanschot wilde het beter regelen en vroeg aan Frans van Valderen of hij niet de officiële gids wilde worden. Zo gebeurde het. Al moesten de zoons van Van Valderen nog wel eens jongens wegjagen die zich als 'concurrent' aandienden.
Eens leidde hij een dominee rond met een groep meisjes. Bij de noorderportaal bevonden zich naast de heilige en bijbelse figuren twee profane figuren, weldoeners van de kerk: Maximiliaan van Oostenrijk en Philips de Schone. Deze twee waren als enigen geplaatst in een klein kapelletje. De dominee vroeg: „Jullie Roomsen hebben zoveel op met heiligen, kunt u mij nu verklaren hoe het komt, dat al de heiligenbeelden zomaar in regen en wind staan en deze twee wereldse vorsten wel beschut in een huisje?” Ad rem gaf Frans van Valderen ten antwoord: „Wel dominee, dat is zeer verklaarbaar. Heiligen zijn vrienden en dienaren van God, die kunnen met Gods hulp voor zichzelf zorgen; ze vragen hem een wonder en ze blijven droog, maar deze gewone stervelingen zouden er bij slecht weer bekaaid afkomen, daarom hebben ze hun een huisje gegeven!”
Het was ook een niet-katholieke vrouw die commentaar gaf op deze pracht en praal, die de Here volgens haar niet zo bedoeld had. Ze wees op het monument voor bisschop Masius, in steen levensgroot gebeiteld, knielend op een bidstoel waarop een crucifix staat. Haar commentaar: „Dat i nu echt iets voor de Roomsen, een grote Heilige en een kleine Heiland”. Frans van Valderen maakte haar erop attent dat de bisschop (geen heilige) zeer reëel was afgebeeld, natuurgetrouw en levensgroot, terwijl het crucifix op de bidstoel naar verhouding juist was voorgesteld. Nog was ze het er niet mee eens: „Ja, dat is ùw uitleg.”
Tot op zeer hoge leeftijd heeft Frans van Valderen Bosschenaren en vreemdelingen rondgeleid. Hij werd daarvoor door de gemeente in 1958 onderscheiden met de Jeroen Bosch-penning. Tien jaar later ontving hij van het kerkbestuur de legpenning van de Sint-Janskathedraal. Iedere rondleiding was voor hem een belevenis. Zijn uitgangspunt was: „een komediant bespeelt zijn gehoor. Dat doe ik ook.” Frans van Valderen woonde de laatste jaren van zijn leven in Sint-Michielsgestel. Daar overleed hij in 1979 op 91-jarige leeftijd.
|
1988 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : De 'komediant' Frans van ValderenBrabants Dagblad donderdag 9 juni 1988 |
|
2020 |
Huber van WerkhovenVan Valderen en zoonBossche Kringen 5-6 (2020) 69-73 |
1957 |
Frans van ValderenEen praatje over de St. JanBiblo | 's-Hertogenbosch 1957 |
Encyclopedie van Noord-Brabant 4 (1986) 215-216
Nel van der Heijden Rogier, Slager : Acht Bossche kunstenaars en een museum (2015) 276
Pieter A. Scheen, Nederlandse Beeldende Kunstnaars 1750-1950 M-Z (1970) 468